Ik ben al jaren een fanatiek fitnesser en probeer toch wel minimaal drie keer per week te sporten. De naweeën van de decembermaand gecombineerd met mijn mindere aanwezigheid in de sportschool de afgelopen twee maanden beginnen echter voelbaar te worden. En dat bedoel ik letterlijk, mijn broek is echt wat strakker gaan zitten.
Vanochtend op de crosstrainer besloot ik: er moeten een paar kilo af. En dat betekent, minder eten. Na een dik uur trainen, zaten Yvonne en ik na te zweten, waarna wij de sauna in zouden gaan. Ik vertelde haar dat ik de komende tijd minder zal gaan eten omdat er een paar kilootjes af moeten. Terwijl ik dat vertelde zag ik iets in haar blik. Nieuwsgierig als ik was vroeg ik wat die blik precies betekende. Yvonne zei dat ze mijn opmerking persoonlijk opvatte omdat ze het ervoer alsof ze mij volstopte. Nu moet ik zeggen dat Yvonne wel heel erg lekker kan koken, maar dat ik het uiteindelijk toch echt zelf naar binnen werk.
Haar opmerking fascineerde mij enorm. Ik vertel alleen maar dat ik minder wil gaan eten en Yvonne vat het persoonlijk op. Maar was dat ook zo, was dat echt het enige wat ik zei? Nou nee, zeker niet. Het was geen terloopse opmerking. Er zat voor mij een rijke innerlijke belevingswereld achter. Dat wil zeggen dat ik het vervelend vind om eten te laten staan waar Yvonne haar best op heeft gedaan. Feitelijk was ik Yvonne mijn plan om minder te eten aan het “verkopen”. Mijn eigen gevoel van onbehagen zat daarachter. Wij waren beide gefascineerd dat er zoveel, in eerste instantie onuitgesproken, beleving in een gesprek kan zitten en zijn de sauna in gedoken.
Waar gaat dit nu precies over? Waarom heb ik niet gewoon direct gezegd wat ik bedoelde? De grap is dat ik eerst niet eens exact door had wat ik precies over wilde brengen. Pas toen Yvonne en ik hierover doorpraatten ging er een lampje branden. Als ik het had geweten wat ik precies wilde vertellen, had ik het ook precies kunnen zeggen. Ik had dan direct kunnen zeggen dat ik een gevoel van onbehagen had en ik had mijn daarin bloot kunnen geven.
Dat doet me denken aan een oefening van onlangs met studenten van de opleiding mantelzorgmakelaar. Met een actrice werd een waarheidsgetrouw gesprek gevoerd. Zonder er hier inhoudelijk verder op in te gaan gaat de case om ontspoorde mantelzorg. In dat geval moet de mantelzorgmakelaar in actie komen. Maar wat bleek, dat gebeurde nauwelijks tot niet.
Ik was nieuwsgierig naar het waarom. Waarom wordt de mantelzorger er niet op gewezen dat wat werd gedaan niet door de beugel kon? Ik bracht deze vraag in de groep in. De algemene mening was dat je dit niet zomaar kon zeggen of dat je wellicht de huisarts in kan schakelen. “Hoezo kan je het de mantelzorger niet gewoon zeggen?”, vroeg ik. “Dat wordt door de mantelzorger als vervelend ervaren.” Getriggerd door deze aanname vroeg ik hoezo dat vervelend is. “Dat kan de mantelzorger niet leuk vinden”. “En dan?” vroeg ik. Toen zei iemand in de groep: “tja, misschien zijn wij wel bang voor het antwoord”.
Bijzonder toch dat wij soms niet zeggen wat wij bedoelen. Niet zeggen wat wij eigenlijk vanuit ons innerlijke willen laten horen. Dat wij soms niet eens precies weten waarom wij dingen wel of niet zeggen. In mijn ogen is het de kunst om jezelf steeds beter te leren kennen. Om te weten wat jou beweegt, weet waarom je dingen zegt en weet waarom je dingen doet of laat. Weet waarom je bepaalde vragen uit de weg gaat of waarom je juist bepaalde vragen stelt. Weet uit welke overtuigingen jij naar de wereld en naar de ander kijkt. Hoe beter jij jezelf kent, hoe beter jij in contact kunt staan met de ander.
Arjen de Haan
Auxilium Academy
arjen@auxiliumacademy.nl